Twijfelen aan jezelf: ben je bang dat je dingen verdraait, verzint of niet goed ziet. Dit is de oorzaak!
Twijfel jij weleens aan jezelf? Niet zomaar een moment van onzekerheid over je uiterlijk of een keuze die je moet maken, maar diepe, allesdoordringende twijfel: Heb ik het wel goed gezien? Heb ik het misschien verdraaid? Of erger nog: heb ik het allemaal verzonnen?
Als deze gedachten jou bekend voorkomen, weet dan: je bent niet alleen. Veel mensen lopen hiermee rond, vaak zonder precies te begrijpen waar die twijfel vandaan komt. Het knaagt aan je zelfvertrouwen, maakt je klein en zorgt ervoor dat je jezelf steeds minder durft te vertrouwen.
Ik weet uit ervaring hoe verlammend dit kan zijn. Zelf heb ik jarenlang geworsteld met deze twijfels, en inmiddels help ik dagelijks mensen die hierin vastlopen. Niet omdat zij zwak zijn. Maar juist omdat ze vaak sterk en gevoelig zijn, en ooit hebben moeten overleven in een omgeving waarin hun gevoel en hun waarneming niet serieus genomen werden.
In dit artikel neem ik je mee naar de oorsprong van die diepe twijfel. Je ontdekt waarom je zo aan jezelf bent gaan twijfelen, hoe dat proces precies werkt én – belangrijker nog – hoe je stap voor stap weer kunt leren vertrouwen op jezelf. Want geloof me: je gevoel is niet stuk. Je hebt alleen opnieuw te leren luisteren.
Wanneer twijfel aan jezelf ontstaat
Misschien herken je dit: Je hebt een gesprek met iemand en op het moment zelf lijkt alles helder. Maar zodra je thuis bent, begint het te knagen. Zie ik het wel goed? Heb ik het niet verdraaid? Heb ik het niet gewoon verzonnen? Je herhaalt het gesprek in je hoofd, zoekt naar aanwijzingen, twijfelt aan elk detail.
Of je herkent het van bepaalde mensen: Bij hen ben je continu bezig met opletten. Heb ik het wel goed gehoord? Heb ik iets verkeerd begrepen? En dan die angst die erbij komt kijken: straks blijkt weer dat jij degene bent die het niet goed heeft gezien.
Een ander voorbeeld dat veel voorkomt:
Op een feestje is alles leuk en gezellig. Er wordt gelachen, gepraat, je voelt je oké. Maar zodra je samen in de auto zit op de terugweg, verandert de sfeer compleet. Opeens krijg je verwijten naar je hoofd geslingerd over wat je zogenaamd fout hebt gedaan of gezegd. Jij dacht dat het goed ging – en nu begin je alweer te twijfelen. Heb ik iets verkeerd gedaan? Heb ik signalen gemist?
Dit is niet zomaar onzekerheid
Dit soort situaties zijn niet zomaar onzekerheid. Dit is diepe zelftwijfel die ontstaat doordat je als kind – of later in een relatie – hebt geleerd dat jouw gevoel en jouw waarneming niet betrouwbaar zijn. Niet omdat je gek bent, maar omdat je omgeving tegenstrijdige signalen gaf.
Misschien had je ouders die indirect communiceerden. Die iets zeiden, maar iets anders bedoelden. Of ouders die je emoties niet zagen of zelfs wegwuifden: “Stel je niet aan,” of “Dat is helemaal niet zo.”
Misschien was het nóg heftiger, en kreeg je te maken met gaslighting: dat je telkens te horen kreeg dat jij het niet goed had begrepen, niet goed had gehoord, of dat je het je allemaal verbeeldde.
Als je dit vaak genoeg meemaakt, leer je één ding: je kunt jezelf niet vertrouwen. En precies dát maakt dat je nu, als volwassene, nog steeds kunt blijven twijfelen. Niet alleen aan wat je doet, maar aan wie je bent.
Waar gaat het vaak mis?
Veel mensen denken dat ze ‘gewoon onzeker’ zijn. Twijfelen aan jezelf op zo’n diep niveau, waarin je bang bent dat je dingen verdraait of verzint, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Dit ontstaat als je keer op keer hebt geleerd dat jouw gevoel, jouw waarneming en jouw beleving niet kloppen.
Waar het vaak misgaat, is dat mensen niet herkennen dat deze twijfel voortkomt uit oude dynamieken. Dat ze denken: “Ik stel me vast aan.” Of: “Ik moet gewoon sterker in mijn schoenen staan.”Maar weet je? Als jij bent opgegroeid met ouders die niet reageerden op jouw emoties, of die dingen zeiden die niet matchten met wat ze deden, dan heb je als kind iets fundamenteels geleerd: Je kunt je gevoel niet vertrouwen.
En daar zit de crux. Het gaat niet alleen over de woorden die iemand tegen je zei. Het gaat over de onderstroom. Je voelde als kind dingen die niet klopten met wat je hoorde of zag, maar in plaats van dat je serieus genomen werd, kreeg je een andere boodschap:
“Dat is niet zo.”
“Dat verbeeld je je.”
“Je hoort dingen die er niet zijn.”
Op een gegeven moment leer je: Ik zal het wel niet goed zien. Ik zal het wel niet goed voelen.
En vanaf daar wordt het steeds moeilijker om op jezelf te vertrouwen.
Daar gaat het dus vaak mis: Niet omdat je ‘te gevoelig’ bent, niet omdat je ‘zwak’ bent, maar omdat je aangeleerd hebt om te twijfelen aan je eigen binnenwereld. Je hebt overlevingsstrategieën ontwikkeld om je staande te houden in een omgeving die niet veilig genoeg was om je gevoel serieus te nemen.
En die oude strategieën? Die neem je als volwassene nog steeds mee. Tot je ze gaat herkennen. Tot je ze gaat doorbreken.
Wat gebeurt er bij destructieve dynamieken?
Als je opgroeit in een omgeving waarin je gevoel niet serieus genomen wordt, raak je langzaam de verbinding met jezelf kwijt. Dat gebeurt niet ineens, maar beetje bij beetje. En vaak zonder dat je het doorhebt.
Bij destructieve dynamieken, zoals bij emotioneel afwezige ouders, ouders die ontwijkend communiceren of bij narcistische dynamieken, leer je al jong een gevaarlijke les: Wat jij voelt of waarneemt, is niet te vertrouwen.
Een belangrijke term die hierbij vaak speelt, is gaslighting.
Gaslighting is wanneer iemand je bewust of onbewust laat geloven dat jouw werkelijkheid niet klopt.
Dat kan subtiel gaan:
“Dat heb je niet goed begrepen.”
“Dat heb ik nooit gezegd.”
“Je hoort dingen die er niet zijn.”
Of het kan grover: door ontkennen, verdraaien, liegen over wat er gebeurd is.
En weet je wat het verraderlijke is? Je merkt het vaak niet meteen. Omdat het verpakt is in zogenaamd gewone situaties: een gezellig familiefeest, een leuk etentje, een ‘normaal’ gesprek. Pas later voel je de verwarring, de pijn, het gemis aan helderheid.
Indirecte communicatie
Een andere vorm van destructieve dynamiek is indirecte communicatie. Dat je als kind al voelde: wat mijn moeder zegt, klopt niet helemaal. Er zit iets anders achter. Je leert dan om altijd verder te kijken dan de woorden. Altijd alert te zijn op verborgen boodschappen. Altijd te twijfelen: Wat bedoelt ze echt? Zie ik het wel goed?
Wat er uiteindelijk gebeurt, is dat jouw natuurlijke intuïtie langzaam kapot wordt gemaakt. Je gaat steeds minder vertrouwen op je eigen waarneming. Je wordt hyperalert op kleine signalen, op lichaamstaal, op toon. Je leert te overleven in een wereld waarin de oppervlakte niet veilig is.
En dát is waarom je nu, zelfs jaren later, nog steeds kunt twijfelen aan jezelf. Niet omdat er iets mis is met jou. Maar omdat je ooit hebt geleerd dat je eigen gevoel niet veilig was om op te vertrouwen.
Waarom twijfel ik steeds aan mezelf?
Twijfelen aan jezelf voelt misschien alsof het ‘gewoon’ in je karakter zit. Alsof je nou eenmaal iemand bent die alles in twijfel trekt. Maar dat is niet de echte oorzaak.
De reden waarom jij zo diep aan jezelf twijfelt, is omdat je geleerd hebt dat jouw gevoel, jouw waarneming, niet betrouwbaar is. En dat leer je niet zomaar. Dat leer je als je keer op keer hebt ervaren dat wat jij zag, voelde of hoorde, werd ontkend, gebagatelliseerd of verdraaid.
Misschien was het als kind al zo:
- Je voelde verdriet, maar je ouders deden alsof er niets aan de hand was.
- Je had een vraag of een behoefte, maar je kreeg te horen: “Dat is onzin.”
- Je zag spanning tussen je ouders, maar iedereen zei: “Er is niks aan de hand.”
Elke keer dat jouw innerlijke waarheid niet werd bevestigd, raakte je een stukje vertrouwen in jezelf kwijt. En elke keer werd het een beetje veiliger om te twijfelen aan jezelf dan om te geloven wat je voelde.
En dat patroon neem je mee. In vriendschappen. In liefdesrelaties. In werksituaties. Op het moment dat je een signaal opvangt – een opmerking, een blik, een sfeer – voel je die oude twijfel weer opkomen:
“Heb ik het wel goed gezien?”
“Misschien stel ik me aan.”
“Misschien ben ik wel degene die het verkeerd begrijpt.”
De kern is: Je bent ooit gaan geloven dat je jezelf niet kunt vertrouwen, omdat dat veiliger leek dan het risico lopen om opnieuw gekwetst te worden.
En zolang je dat patroon niet herkent, blijf je jezelf steeds opnieuw ondermijnen.
Twijfel door trauma vs. normale onzekerheid
Twijfelen hoort bij het leven. Iedereen twijfelt weleens. Maar er is een groot verschil tussen gezonde, normale onzekerheid en de diepe, verlammende twijfel die ontstaat uit oude pijn.
Normale onzekerheid voelt zo:
- Je twijfelt kort aan iets concreets, zoals: “Heb ik die e-mail wel goed verstuurd?”
- Je vraagt een ander om even mee te kijken en daarna is het klaar.
- Je kunt het onderwerp loslaten als je bevestiging hebt gekregen.
Twijfel door trauma voelt heel anders:
- Je twijfelt niet alleen aan wat je gedaan hebt, maar ook aan wat je voelde, zag of hoorde.
- Zelfs als iemand bevestigt wat jij denkt, blijft het knagen: “Misschien vergis ik me toch.”
- Je blijft piekeren, herhalen en controleren – zonder echte opluchting.
En het belangrijkste verschil: Normale onzekerheid is vaak rationeel en tijdelijk.
Twijfel door trauma zit in je lijf, in je zenuwstelsel, en raakt iets veel diepers: je bestaansrecht, je basisvertrouwen in jezelf.
Hoe weet ik of ik echt dingen verdraai of dat ik gemanipuleerd word?
Juist dat je deze vraag stelt, is eigenlijk al een antwoord op zichzelf.
Mensen die écht dingen verdraaien – bewust of onbewust – twijfelen daar meestal niet over. Die zijn vaak volledig overtuigd van hun eigen gelijk. Als jij dus bij jezelf merkt: “Hé, ik vraag me af of ik dingen verkeerd zie,” dan laat dat juist zien dat jij nog steeds zelfreflectie hebt. Dat je niet degene bent die de werkelijkheid verdraait, maar dat je geleerd hebt om aan jezelf te twijfelen.
Kortom: het feit dat je jezelf deze vraag stelt, bewijst eigenlijk al dat je niet de dader bent van verdraaien, maar het slachtoffer bent geworden van een verwarrende dynamiek.
Kan ik ooit leren om weer op mijn gevoel te vertrouwen?
Ja.
Absoluut ja.
Misschien voelt het nu alsof dat onmogelijk is. Alsof je intuïtie ‘kapot’ is gemaakt en nooit meer te herstellen is. Maar jouw gevoel – jouw innerlijke kompas – is niet weg. Het is alleen ondergesneeuwd geraakt.
Door stap voor stap weer te leren luisteren naar jezelf, kleine signalen serieus te nemen en oude patronen te herkennen, kun je dat vertrouwen langzaam weer opbouwen. Het vraagt tijd, geduld en vaak ook begeleiding, maar herstel is écht mogelijk.
Je kunt weer leren geloven: “Wat ik voel, klopt.” En dat is één van de mooiste cadeaus die je jezelf kunt geven.
1. Herken en erken de patronen
Het begint bij zien wat er gebeurt. Wanneer twijfel jij vooral aan jezelf? Bij welke mensen? In welke situaties? Houd eens een tijdje een dagboekje bij waarin je opschrijft wanneer je voelt: “Hé, nu twijfel ik weer aan mezelf.” Niet om jezelf te veroordelen, maar puur om bewustzijn te creëren. Want wat je kunt zien, kun je veranderen.
2. Normaliseer je gevoelens: je bent niet gek
Blijf tegen jezelf zeggen: “Ik ben niet gek. Ik verzin het niet. Mijn gevoelens zijn echt.” Dat klinkt misschien simpel, maar je onderbewuste heeft herhaling nodig om nieuwe overtuigingen aan te leren. Jij bent niet degene die aan het verdraaien is – je bent iemand die jarenlang heeft geleerd om zichzelf te wantrouwen.
3. Zoek steun en begeleiding
Je hoeft dit niet alleen te doen. Sterker nog: herstellen van diepe zelftwijfel gaat vaak sneller en veiliger als iemand met je meekijkt. Iemand die jou herinnert aan wat echt is. Die je helpt om te zien wanneer je in oude patronen schiet. Professionele hulp of coaching kan daarin echt een wereld van verschil maken.
4. Stel heldere grenzen
Op het moment dat je merkt dat iemand jouw gevoel ondermijnt of jouw woorden verdraait, oefen dan met het stellen van een grens. Dat hoeft niet grof of hard te zijn. Je kunt simpelweg zeggen:
“Ik ervaar dat anders.”
Of:
“Voor mij voelt dat niet zo.”
Je hoeft niet in discussie te gaan. Je hoeft niet te overtuigen. Je mag jouw gevoel als waarheid aannemen – zonder toestemming van de ander.
Conclusie
Twijfelen aan jezelf – bang zijn dat je dingen verdraait, verzint of verkeerd ziet – is geen teken dat er iets mis is met jou. Het is een patroon dat is ontstaan doordat je als kind, of later in relaties, hebt geleerd om je eigen gevoel en waarneming te wantrouwen. Door dit te herkennen, kun je stap voor stap weer gaan bouwen aan vertrouwen in jezelf.
Als je niets doet met deze zelftwijfel, blijf je jezelf kleiner maken dan je werkelijk bent. Je blijft afhankelijk van de bevestiging van anderen en raak je steeds verder verwijderd van je eigen kracht.
Leuk dat je dit artikel leest
Je leest een artikel uit de kennisbank van de Authentieke Vrouw. Mijn naam is Diana Arkeveld. In mijn artikelen deel ik mijn kennis en ervaring met je. Wil je weten hoe ik je verder kan helpen?
🎙️ Podcast de Authentieke Vrouw
In de Authentieke Vrouw Podcast leer ik vrouwen hoe ze zonder poespas of zweverig gedoe eindelijk afrekenen met alle terugkerende patronen in hun leven.
Dit zorgt ervoor dat je op je 85e vol trots kan zeggen dat je keuzes in je leven hebt gemaakt die volledig bij je paste. Luister je mee?
🟢 Master Your Life
Master Your Life is het transformerende online programma voor vrouwen die weer de regie terug willen in hun leven en willen kappen met pleasen, gezonde grenzen willen leren stellen en zichzelf helemaal willen begrijpen.
Aan de hand van het principe van inzicht, herkennen en veranderen ga je daadwerkelijk veranderen naar de versie die jij wilt zijn. Je kunt direct instappen en meedoen met de livesessies die Diana organiseert en je vragen stellen in de community.
🟠 Masterclass
Aanstaande maandag geef ik de exclusieve masterclass: Ontdek het verborgen verband tussen emotioneel afwezige ouders en een slecht zelfbeeld, pleasegedrag en matige grenzen.
Na de Masterclass voel je een rust in je hoofd terugkeren, omdat je weet waar bepaalde gedachtes en patronen en twijfels vandaan komen.
Zodra je die kent, kunnen we ze doorbreken en die tweestrijd in jezelf stoppen.